What’s in

Een sinaasappel,
mooi rond, fris oranje zoals ze horen te zijn.
Al weken ligt ze te glanzen in de fruitschaal
Tot ik me niet langer kan beheersen.
Ik snuffel, duw gretig mijn nagel in de schil.

Ze geeft niet mee
Het fris oranje is dor, stug, meedogenloos,
het vruchtvlees taai en droog
Rot van binnen naar buiten,
haar onschuld verloren.

Mijn zucht naar zoet is bitter.
Te lang gewacht misschien?
Het moment gemist.
Timing is everything.

Miss. Blue Sky

Op

Het ventiel is er weer uitgetrokken.
De rek is eruit.
Vel dat als een vacuüm getrokken verpakking rond mijn ik zit.
De pijn verraadt het beest dat los is.
Het mormel knaagt aan mijn botten,
likt aan mijn hart.
Ogen die de wereld enkel blur aanschouwen.
Leeggelopen moed.
Mijn hoofd zoemt als een testbeeld.
Een sluipend gif dooft het licht.
Niet gaan liggen.

Ook ik zal in de lente ontknoppen,
als een rups uit mijn versleten pak kruipen.
De grijze lucht wordt helder.
Mijn gezicht in de wind,
blaast al het stof uit mijn gedachten.
Nog een paar weken,
en de kleur komt terug.
De tijd stopt het slopen.


Mijn geduld is op.

Miss. Blue sky

Vogel

Als dromen vleugels geeft,
dan vlieg ik van boom tot boom.
Voorbij de ramen, over de daken,
gedragen door de wind,
onbekommerd over mijn bestemming.

Zing mijn mooiste lied,
in de toppen van de bomen,
schud mijn veren in de plooi.
In dromen mag alles,
is dat niet mooi?

Miss. Blue sky

Manufacturability

Sublimate

Toen wilde ik worden.
Nu wil ik zijn.

Spoel verlangen.
Zuiver willen.
Verzuip teveel.

Miss. Blue Sky.

Trui

Mijn trui past niet meer,
hij zit te strak.
Ik krijg geen lucht,
de grens plakt tegen mijn vel.
Te ruim gegeven, te klein mijn hoofd.

Ik trek hem uit tot er enkel een draad overblijft.
Pak mijn pennen en denk na over de maat.
Hoeveel ruimte heb ik nodig?
Maak hem maar lekker wijd.
Zodat al mijn dromen warm tegen me aan kruipen.
De lucht krijgt weer zuurstof.
De dagen weer uren.

Tevreden kijk ik in de spiegel, mijn nieuwe trui past me als gegoten.

Nee, geeft ruimte.
Nee, doet pijn.
Hopelijk wordt deze trui niet te klein.

Miss. Blue Sky.

Boekhouding

Elke halte is dichterbij.
De bestemming onbekend.
Wiebel met mijn benen.
Trek een pluisje van mijn trui.
Wanneer mag ik binnen,
om buiten niks wijzer te zijn.

De uren dat ik wacht.
Verveelde mensen.
Het vreet zich een weg naar binnen.
Blijven luisteren terwijl je allang weet wat er gezegd zal worden.

Lege stoelen.
Niemand praat.
Ik moet mezelf resetten.

Miss. Blue sky.

Herhalingslus

Ik vind een doos op zolder.
Grabbel door de geschiedenis van mijn leven.
Ik krijg mezelf maar niet geordend.

Gooi kleren weg, knip mijn haar.
Herinneringen worden geëvalueerd en verhuizen naar een kleiner doosje.
Meubels dansen door de woonkamer en blijven ergens anders staan.
Ik denk altijd dat het anders moet.
Eeuwig opzoek naar de beste versie van mezelf.

De euforie van de juiste compositie is altijd van korte duur.
Even berusting, het is goed zo.
Waarna het hele circus opnieuw begint als blijkt dat de rommelige binnenkant nog altijd chaos ademt.

En toch ben ik blij als ik mezelf terugvind vele jaren jonger.
Minder geschiedenis, meer dromen achter die bruine ogen.
De geschiedenis haalt je in, ook al gooi je alles weg waar je niet aan herinnert wil worden.
Het heeft zich vastgekoekt in synapsen die tijdens je dromen afstoffen wat niet herinnert mocht worden.
Oude foto’s met vriendinnen, brieven vol woorden die toen zo belangrijk en gemeend waren.
Nu zijn het slechts leugens want het hielt geen stand.

Een melodie loopt mijn oren binnen, zacht genadeloos herinnert.
Ik zie mezelf als kind, overstromend van goesting, een brok verwachtingen.
Gaat dat over? Of ga je dood als je niks meer te verwachten hebt?
Is dat de motor van het leven?
De dromen die je als een belofte toch laten doorlopen naar de volgende dag.

Soms denk ik dat ik alles al gezegd heb.
Elke nieuwe zin een herhaling van alles wat al is verteert.
Is dat wat een brein doet, cirkeltjes draaien als een goudvis in een kom?

Herhalingslus, een gespiegeld verlangen opwindend nieuw te zijn.

In de spiegel lacht de geschiedenis terug.
Bruine ogen, nog steeds dezelfde.
Al schuilen er verhalen achter, veel meer dan ik ooit had durven dromen.

Op een wip, in het midden, sta je in balans.
Stel dat ik 90 word dan ben ik nu in het midden en zou perfect in balans moeten zijn.
Ik heb eigenlijk nog steeds het gevoel aan het begin te staan.
Een ganzenbord waar je telkens teruggestuurd wordt naar start.

Opnieuw.

Miss. Blue Sky.

Bankje

Ik zit op mijn bankje in het museum waar ik regelmatig werk als vrijwilliger.
De stilte, mensen die geconcentreerd de werken bestuderen, een gids die altijd weer iets nieuws weet te vertellen. Ik zit hier graag.

Het is rustig vandaag, slechts één groep volgt de rondleiding. Voetstappen op de betonnen vloer, de stem van de gids kabbelt tussen het gefluister door.
Het wiegt me, stelt gerust, even enkel nu.

Een oudere man blijft wat achter van de groep. Een eentje dat de groep niet kan volgen. Of misschien kijkt hij liever alleen. Enkel zijn blik voor een tekening zodat hij het niet moet delen met een tiental andere ogen.
Hij is lang, in pak en loopt wat scheef met een stok. Hij blijft staan voor een litho, leunt wat voorover, behoudt zijn evenwicht door het derde houten been.
Ik volg hem met mijn blik, hij heeft er geen idee van dat hij bekeken wordt.

Ik doe dat graag, mensen kijken. Zomers buiten op een terras of in de trein maar het liefst in het museum. Mijn bankje staat tegenover het raam waar een gaasdoek voorhangt om de werken te beschermen tegen te fel licht. Het uitzicht is geweldig. Grote oude bomen aan de rand van de schelde met lichtjes die de donkere dagen feestelijk maken.

Ik zie het verkeer voorbijrazen. Fietsers voorovergebogen door de wind ploegen. Voetgangers die zich verzamelen voor het zebrapad.

Het gaas filtert de kleuren zo dat ze wat verwassen zijn. Het lijkt wel een levend schilderij waar ik naar kijk. De oude man heeft het ook gezien. Hij staat voor het raam, zijn hoofd lichtjes gebogen. Hij beweegt niet, ademloos staat hij daar maar.

Zou hij nog een partner hebben, een hondje misschien, of is hij helemaal alleen. Fier is hij wel, een verzorgde man. De stok verraad artrose, of misschien reuma, of is hij gewoon gevallen en is de stok een tijdelijk hulpmiddel.

Een dame haalt me uit mijn gemijmer, ‘moet jij geen boek lezen?’. Ze buigt wat voorover zodat ze niet boven me uit torent. ‘Nee, ik kijk graag’. De vrouw schudt haar hoofd, onbegrijpelijk vind ze het. ‘Verveel je je dan niet, hier zo maar wat zitten?’ ‘Nee hoor, ik vind het heerlijk dat ik helemaal niks moet nu, en wat een verhalen zie ik hier’. Verhalen? Zij ziet geen verhalen. ‘Je zou ook kunnen breien of kun je dat niet?’  Ze loopt verder, kijkt nog eens achterom en glimlacht, raar kind denkt ze misschien.

De groep verlaat het museum en mijn shift zit erop. De automatische deur zwaait open en duwt me het dagelijkse leven in. Ik stap op mijn fiets en sluit aan bij de rij fietsers voor het rode licht. Wanneer mag ik weer terug naar mijn bankje?

Miss. Blue Sky.

Boom

Ik probeer een boom te zijn
Pas op de plaats, rust
Mijn blaadjes verkleuren hun mooiste kleuren,
vallen een voor een met een sierlijke zwier op de grond
Samen een deken die mijn wortels warm houden

Geduld, meisje geduld

Mijn voeten dringen tot diep onder de grond,
Koude, kille, harde aarde,
dwingt me naar binnen te keren
Ik oog triest met mijn kale takken
Zonder blaadjes lijken de andere zover weg

Geduld, meisje geduld

Het is zo stil
De wind fluistert rond mijn takken
Blaast dromen die buitelen,
spelen tussen mijn takkenhoofd
Een koude houdt de adem in
Wit versierd mijn verlangen

Geduld, meisje geduld

Als de zon weer warm wordt
Het verkoelde hart opgewonden een slag overslaat
Komen er knoppen
Als ballerina’s ontvouwt zich nieuw groen
Daar waar ik gewoon begon te worden aan kaal
Insecten vliegen af en aan
Ik giechel, het kriebelt langs mijn takken
Rupsjes knagen aan mijn bloemen,
eten hun buikjes rond

Geduld, meisje geduld

Bloemen worden vruchten
Sappig en rond vallen ze van mijn takken
Eet mij, zie mij, voel mij,

Geduld, meisje geduld, kreunt de boom

Ik ben voor jou zucht de boom
Het gewicht van al het dragen,
buigt haar takken
Ik kijk naar haar stam
Waar een kolonne miertjes de groeven van de bast beklimmen
Als een berg, hoger dan ze kunnen bevatten
Ruik haar aardse parfum gemengd met het zoet van de bloesems

Geduld, meisje geduld

Rijpe vruchten,
in de oven,
Worden een taart
Wie kan dat nou geloven

Fluistert de boom,

Nog even en je mag proeven.

Miss.Blue Sky