Lief lijf, lijflief

Hoe lang zijn we nu al samen, jij en ik?
44 jaren lang bevechten we elkaar als een slecht gematched koppel.
Strijden om te winnen.

Een bewaarplaats van pijn.

Halfvol getankt met beton, wachten op meer, op beter.
Waar ideeën stromen, loop jij leeg.
Je wil niet dood.

Ik wil leven.

Maar ik ben op.
Mijn bloed schreeuwt om hulp.
Elke dag opnieuw ga ik met je in onderhandeling, onzichtbaar voor de buitenwereld.
Mijn wereld die niet groot genoeg kon zijn werd kleiner en kleiner tot alleen ik,..

Ik, daar nog was.

Ik bewoon jou.

ik ben uitgewoond.

Als een opholgeslagen paard sleur ik je als ballast achter me aan.
Dacht dat wilskracht alles kon overwinnen.

Het leven is niet maakbaar, meisje.

Onevenwichtig sluip ik over mijn pad.
Ogen die zien wat andere bedoelen.
Handen die grijpen maar niks meer voelen.
Voeten die staan om niet te vallen
Een lichaam om te begeren ligt werkeloos aan de kant.

On-evenwichtig.

Wat is het dat je wil? Jij lief, leep, lijf van mij.

Ik wacht…

De mazen van het net te groot om me op te vangen.

Ik wacht…

Jij hebt me lamgelegd.

Ik wacht…

Een ziel met zoveel willen in een huis dat me niet laat gaan.

Ik wacht…

Je hebt me iets geleerd.

Ik wacht…

Ik kan enkel nog luisteren naar het zacht kloppen van mijn hart.
Een adem die langs mijn lippen zucht.

Ik wacht…

Het echte verlangen, het wezenlijke zijn.

Ik wacht…

Ik ben thuisgekomen.

Ik wacht je op aan de achterkant van het leven.

Miss Blue Sky.