• Wolf wolf hoe laat is het?

    Verwacht voorjaar 2021.

Een verhaal wordt een boek!

Velen van jullie weten dat ik al enige tijd stilletjes mijn pen over het papier laat glijden omdat er zo nodig een verhaal uit moest. Elk woord bracht me dichter naar het boek dat ik zo graag met jullie wil delen.

Het is eindelijk zo ver!

Wolf, Wolf, hoe laat is het gaat er komen, volgend voorjaar al!

Na maanden van onderzoek en twijfels heb ik besloten om het zelf uit te geven. Ik heb het geluk te mogen samenwerken met getalenteerde en gepassioneerde mensen, om zo een boek in de wereld te kunnen zetten waar ik 100% achter sta.

Birgit Krols – de BoekenBouwer – begeleidt het hele traject van manuscript tot uitgave.
David Verbeeck is mijn sparring partner als het gaat om promotie, lezingen en evenementen organiseren.

Een tip van de sluier

Lees mee uit het eerste hoofdstuk …

Eb

Loes is een ongelukje. Een nacht. Een dronken bui. Te laat.

*

Ik denk dat ik iedere dag iets anders kan zijn.

Wanneer het zo heet is dat de lucht begint te trillen en mijn voeten lichtjes aan het asfalt plakken, dan word ik een cactus. Gewoon, omdat ik dan nooit dorst heb.

Als een vogel vlieg ik boven de stad, daar kan ik ook bij de hogere verdiepingen naar binnen gluren en zie ik verhalen die de grote mensen me niet vertellen. De trams rijden rinkelend onder me door, piepend door de bochten. Ik snap niet dat ze nooit omvallen in zo’n bocht.

Maar als het heel hard regent, word ik een paraplu. Met regendruppels die zachtjes kietelend langs mijn rug naar beneden glijden. Druppeltjes die vrolijk in de plassen dansen nodigen me uit om mee te doen. Natuurlijk heb ik dan publiek. Want mensen blijven staan en wijzen terwijl ik dans tot ik helemaal nat ben. Dan moet ik wel naar huis omdat mijn tanden zo hard klapperen en mijn kleren proberen onder mijn huid te kruipen.

Maar ze zeggen me steeds dat dat niet kan.

‘Je bent een meisje en zal altijd een meisje blijven.’ Papa zegt het vanachter zijn krant. Mama zucht als ze me voor de zoveelste keer moet uitleggen dat gewoon al gek genoeg is.

Maar ik weet niet wat gewoon is.

De leraar buigt zich over me heen. Zijn boze woorden bonken in mijn hoofd. ‘Nee, nee, néé!’ Bij de les blijven. Je gedragen. Niet dromen. Je best doen. Goede punten halen. Toekomst.

Ik weet helemaal niet wat mij toe komt.

 

Iedereen lijkt te weten wat ik wel en niet moet doen. Dromen zijn vergif en fantasie is voor in boeken. Mijn leven lijkt een hinkelparcours ontworpen door grote mensen. Als je valt dan ben je af. Papa en mama willen dat ik mijn best doe. Ze weten niet dat getallen voor mijn ogen dansen op muziek. Ze geloven dat de letters in je hoofd moeten om nooit te vergeten. Mijn letters gaan naar binnen en worden onderweg verhalen die niemand wil geloven.

In sprookjes mag dat.

De lucht staat strakgespannen in de kamer, alsof ze elk moment kan gaan trillen zoals een huis waar vrachtwagens voortdurend voorbij denderen.

Mama’s gezucht komt van steeds dieper en papa’s bril dampt aan.

Stilte, dat smaakt naar metaal. De klok draait bij elke tik de spanning wat hoger.

‘Meisje, sprookjes bestaan niet en je rapport is om te janken. Wat ga je daaraan doen? Magische bonen eten?’ Papa kijkt me te dicht, te diep, in mijn ogen. Misschien probeert hij te zien wat er daarbinnen eigenlijk gebeurt. Maar je kan niet door ogen naar binnen kijken, papa zeker niet. Mama zegt niks maar kijkt me enkel aan, haar ogen zeggen genoeg.

Als ik in de spiegel kijk zie ik mijn schaduw. Blijken de vleugels op mijn rug enkel te bestaan in mijn hoofd. In de echte wereld verbleken mijn dromen als een spiegel die aandampt na een lange hete douche.

 

  • – Ik zie een wereld die mooi is, dat zegt meneer Boom. Maar hij is niet mooi. Moeders die gillend in bomen staan en een zwart beest dat me niet echt goedgezind lijkt, hoe kun je dat mooi noemen? – citaat Loes, uit wolf wolf hoe laat is het?

Waarom moet ik dit verhaal vertellen?

Ik heb dit verhaal geschreven omdat ik ervaar dat het leven niet maakbaar is. Veel kinderen groeien op in een model dat afwijkt van het zogenaamd gelukkige gezin. We moeten passen in een systeem en worden in hokjes geplaatst, je best doen, presteren lijkt een garantie voor geluk.

Mogen zijn wie je bent, zo vanzelfsprekend is dat niet. Durf je zichtbaar te zijn als niemand je wil zien? Moet je bestaansrecht verdienen of heb je dat hoe dan ook omdat je geboren bent? Als je dan ook nog eens ziek wordt, lijkt het leven helemaal mislukt te zijn. Toch zit juist daarin de vrijheid.

Ik zie om me heen steeds meer mensen van de wereld vallen en wil met dit verhaal de andere kant laten zien. Niet het succes en het geluk van een leven op het spoor, maar het vinden van je eigen weg, worden wie je echt bent zonder censuur.

Een boek uitgeven zonder kapitaal?
Yes we can!

Omdat ik geen kapitaal heb om dit boek voor te financieren, wil ik door middel van een voorverkoop en crowdfunding evenement de nodige middelen bij elkaar krijgen om het allemaal wél mogelijk te maken. Inclusief superdeluxe afwerking waar ik zelf heel erg blij van word.

Op de website bied ik daarom een paar hele leuke pakketten aan waarmee jullie mij kunnen helpen om dit verhaal de wijde wereld in te sturen.

  • ‘Wolf, Wolf, hoe laat is het’ vertelt het coming-of-age verhaal van een geboren buitenstaander. Een meisje dat binnen geen enkel hokje past en zich afvraagt of geluk maakbaar is en bestaansrecht verdiend moet worden. Ze beschrijft haar weg naar en in zichzelf in de meest onder het vel kruipende beelden en fantastische verhalen.

    Alles is te koop, netjes aangeharkt leven, maakbaar geluk.
    Kun je een leven regisseren? Is je best doen genoeg voor een geslaagd leven en wat is dat dan geslaagd?