De wet van Engel.
In die marktlogica worden alle relaties herleid tot de wetten van vraag en aanbod, verleiding en manipulatie, opportunisme en bedrog. We zijn allemaal klant en verkoper. We bedriegen en worden bedrogen. Onze behoeftes moeten worden bevredigd. We geven de klant wat hij wil. Intersubjectiviteit als onderhuidse machtsuitoefening, opportunistisch en vals: wie zichzelf het best verkoopt, ligt het best in de markt.
In de Koe verkoopt de Wet van Engel wordt het publiek, de cultuurconsument, op het behaagzieke af gepamperd en geëntertaind met als doel de voorstelling en het gezelschap verkocht krijgen. En de toeschouwer tevreden laten zijn. Want tevreden klanten keren tevreden terug. De acteurs verkopen zichzelf aan elkaar èn het publiek, en gooien alles in de strijd om de gunst van de toeschouwer: privé-leven, emotionele chantage en effectbejag. In verwarrende tijden van isolement, vervreemding en geweld bieden ze hem de illusie van het warme nest van de theaterfamilie, een avond vol plezier, ontroering, humor, begoocheling, roes, herkenning, oprechtheid, warmte en geborgenheid.
Spel: Koen de Bouw, Gene Bervoets, Nico Sturm, Bas Teken, Stefaan van Brabandt, Clara Van den Broek, Bruno Vanden Broecke, Maarten Westra Hoekzema
Regie: Peter Van den Eede
Scenografie: Hanneke van de Kerkhof
April 2004